Waar veel meisjes op de basisschool al riepen dat ze wel een heel elftal aan kinderen wilden, zag ik dat helemaal niet voor me. Ook op de vraag “wat wil je later worden?” antwoorde ik nooit met “Moeder” terwijl de ruime meerderheid van de meiden dat vol overtuiging riep. Vader en moedertje spelen? Ikke niet! Ik klom veel liever in bomen, bouwde hutten en vermaakte me prima met skeeleren en mijn gameboy. Overigens speelde ik ook graag met Barbies en poppen hoor, maar dat echte ‘moederen’ dat deed ik alleen over mijn broertje. Omdat ik hem wilde beschermen als zijn grote zus. Maar zelf later kinderen? Nee, een kinderwens had ik niet.
Ook later op de middelbare school, waarbij de meesten bezig waren met prille jeugdliefdes, deed ik gewoon mijn eigen ding. Verkering heb ik zeker gehad (op een blauwe maandag), maar ik was heel gefocust op mijn studie. Dat was mijn toekomst. Studeren, carrière maken, een business bouwen etc. Ik had ‘geen tijd’ voor gierende hormonen en puberale activiteiten die in mijn ogen nergens op sloegen. Goede cijfers scoren, diploma halen en door naar de volgende trede op de ladder: een particuliere opleiding. Alles maar ook alles in mij was daarop gefocust.
Als iemand aan me vroeg “Wil je kinderen?”, dan moest ik al lachen, want dat paste helemaal niet in mijn plaatje van hoe ik mijn leven voor me zag. “Nee hoor,'” zei ik dan “die dingen hoef ik niet”. Ja, zo zag ik ze echt. In mijn hoofd was het krijgen van kinderen een grote belemmering voor mijn carrièredroom. Hoe kun je nu kinderen goed opvoeden en tegelijkertijd full focus bezig zijn met je carrière? Daarnaast, in de huidige wereld vond ik kinderen krijgen een behoorlijke beslissing. Ik vond de wereld soms echt (en nu nog) compleet gestoord en ziek, dus waarom zou ik in daar een onschuldig kind op willen zetten? Dat klinkt misschien kort door de bocht, maar zo zag ik het destijds. Een kinderwens? Ik had ‘m niet.
Oh, en tuurlijk waren er om mij heen wel zwangere dames die bevielen en waarbij ik dan op kraambezoek ging, maar bij het zien of vasthouden van een baby deed het mij echt niets. Ik had altijd zoiets van: ja ja, heel leuk, maar bij een ander.
Carrière, carrière, carrière
Afijn, ik klom behoorlijk rap op naar mijn einddoel: carrière maken. Ik deed een versnelde hbo-opleiding in slechts 3 jaar tijd, haalde mijn diploma en wilde toen nog de universiteit erachteraan plakken. Dat laatste heb ik geprobeerd, maar ik merkte al gauw dat de uni niets voor mij was. Het was te massaal en de manier van lesgeven vond ik heel onpersoonlijk. Ik was nogal wat anders gewend op mijn particuliere opleiding waarbij ik de docenten gewoon bij hun voornaam kende, ik omringt was met studenten die ook enorm gedreven waren en de groepen klein werden gehouden. De uni, daar ging ik niet goed op, dus ik besloot te stoppen.
In die tijd kreeg ik ook een serieuze relatie. Totaal onverwacht, want ik was helemaal niet bezig met daten of überhaupt op zoek naar een partner. Hij was een behoorlijk stuk ouder, had 2 kinderen en ik vond dat helemaal prima. Ik wilde zelf toch geen kinderen en had nul last van moedergevoelens. Sterker nog, ik had ook niet het gevoel dat ik wilde moederen over zijn kinderen. Die hadden immers al een moeder. Ik zou ‘gewoon’ de vriendin van papa zijn waarmee ze leuke dingen deden. Uiteindelijk liep die relatie stuk en had ik mijn broek nog meer vol van de liefde. Zie je wel, dacht ik, de liefde brengt je alleen maar verdriet. Voor mij voorlopig geen man meer. Ik begin er niet aan.
Ik trok letterlijk en figuurlijk mijn muren (weer) op, zoals ik ook gedaan had vanaf de middelbare school. Voor de liefde was ik niet thuis, dus de afwezige kinderwens bleef afwezig. Ik had alles in de vriezer geparkeerd en op een standje ver onder nul gezet. Pure zelfbescherming natuurlijk, achteraf. Maarja, in een melige bui heb ik me toen wel inschreven bij een datingwebsite. En daar werd ook de vraag gesteld ‘Wil je kinderen?’. Nou, nee! Dus ik vinkte natuurlijk zonder enige twijfel het nee-boxje aan.
Uiteindelijk heb ik verschillende dates gehad. De verhalen die ik mijn moeder na afloop vertelde waren vaak hilarisch. Och och, wat zijn sommige mannen toch idioot. Date 1 was een man die onwijs klein bleek te zijn (terwijl zijn profielfoto uiteraard totaal anders beweerde) en date 2 was een man die me maar bleef appen terwijl ik duidelijk had aangegeven geen contact meer te willen. Als ik aan die tijd terugdenk, moet ik weer lachen. Natuurlijk waren er ook leuke en lieve mannen bij. Het lijkt nu net alsof ik mega veel dates heb gehad, maar we hebben het over 4 dates in totaal denk ik, even voor de goede orde. Date 3 was oprecht een lieve en sympathieke man, maar met date 4 ben ik uiteindelijk getrouwd. Jep, dat was Wouter!
Tijdens al mijn dates ben ik altijd direct eerlijk geweest. Vaak ging het gesprek wel richting kinderen en dan vertelde ik dat ik geen kinderwens had. Dat vertelde ik dus ook tegen Wout die me op zijn beurt weer vertelde dat hij wel een kinderwens had. Sterker nog, hij had zichzelf al met kinderen gezien en was benieuwd waarom ik geen kinderen wilde. Kort gezegd kwam het hierop neer:
- de wereld vond ik geen beste plek voor kinderen
- ik wilde graag onafhankelijk blijven en mezelf niet beperken met die extra verantwoordelijkheden
- ik zag het hele verhaal van kinderen niet voor me
- een zwangerschap leek mij ontzettend zwaar, de impact op je lijf enorm
- de verdeling qua zorg is vaak ongelijk en oneerlijk
Hij had wel een kinderwens, maar ik niet
Blijkbaar heeft het Wout niet afgeschrikt, anders was onze winterbruiloft er niet gekomen. Maar toch, hij wilde wel kinderen en ik niet. En dat is echt jaren zo gebleven. Natuurlijk spraken we er wel over en fantaseerden we wel eens hoe het zijn zijn als… maar die stap zetten, ik kon het niet. Voor mij waren de bovengenoemde redenen nog steeds evident. En ook toen in onze omgeving leeftijdsgenoten zwanger werden en kinderen kregen, heb ik nooit het gevoel gehad dat ik dat ook wilde. Nee hoor, echt niet. Doe mij maar de lusten, niet de lasten. Ik vond ons leven samen (incl. onze hond Bollie) helemaal prima. Daar was ik ontzettend gelukkig mee. We konden gaan en staan waar en wanneer we maar wilden. Heerlijk! Wout en ik hebben er ook nooit discussies of ruzies over gehad.
Wel merkte ik dat zeker toen wij getrouwd waren de vragen zoals “En, wanneer komen de kinderen?” en “Zijn jullie al druk aan het oefenen?” steeds vaker werden gesteld. Soms als grapje, maar vaak ook serieus. In die tijd schreef ik ook een blog met de gelijknamige titel ‘En, wanneer komen de kinderen?‘, waarin ik de frustratie die ik rondom dit onderwerp ervoer van me afschreef. Maar ook om eens een ander geluid te laten horen. Ik bedoel: het krijgen van kinderen is helemaal niet vanzelfsprekend. Voor sommigen is het ronduit te confronterend om deze vraag überhaupt te krijgen.
Ook al waren wij helemaal niet bezig met kinderen, onze omgeving was dat wel. Ik neem ze dat deels kwalijk, maar deels ook niet. Ik begrijp dat het in de lijn der verwachting ligt, maar aan de andere kant vind ik het ook gewoon iets wat onwijs privé is. Het gaat eigenlijk niemand wat aan of en wanneer wij kinderen willen. Dat die vragen maar bleven komen, vond ik doodvermoeiend. Ik heb dan ook van alles qua reactie geprobeerd. Van “Zie ik er zwanger uit?”, “Je merk het vanzelf als het zover is” tot “Doe mij nog maar een rosétje!”. Soms ging ik ook echt gesprek aan waarin ik duidelijk maakte dat hoe goedbedoeld de vraag ook was, het heel kwetsend kan zijn omdat je niet weet wat de situatie van de ander is. Ik probeerde men daar bewust van te maken, waardoor de vragen wel iets minder werden, maar ze verdwenen niet.
Als we aangaven dat we een nieuwtje hadden (bijv. omdat we een huis hadden gekocht), voelde ik aan mijn water dat ze dachten dat ik zwanger was. Van die blikken die zeiden ‘Zou het?!’, maar nee. Ik kan me ook nog herinneren dat er iemand is geweest die aan Wout vroeg “Zouden jullie niet eens aan kinderen beginnen, want jij wordt er ook niet jonger op toch?”. Het is maar goed dat ik dat niet gehoord heb, want toen Wout het me vertelde werd ik woest. Hoe kun je zoiets vragen? Ik kan er gewoon niet bij.
Uiteindelijk doven de vragen uit. Wat een verademing om die sociale druk en die verwachtingen niet meer te voelen. De confrontatie niet meer hoeven aangaan en niet meer hoeven te dealen met die vragen, vond ik heel fijn.
Ik kreeg langzaam maar zeker een kinderwens
Toen we ongeveer 6 jaar een relatie hadden, veranderde er iets in mij. Het was een opeenstapeling van gebeurtenissen. Mijn werk in loondienst ging me steeds meer tegenstaan en van het hele carrière maken was ik ‘moe’ geworden. Ik was andere dingen belangrijker gaan vinden. Al helemaal toen een aantal mensen ons ontviel. Wát vond ik nou écht belangrijk? Wat wilde ik nou écht in dit leven? Ik wilde niet meer naar de maatstaven van anderen leven. Verwachtingen kieperden we compleet overboord. Wij doen ons ding, en dat heeft een enorm verschil gemaakt. Kiezen voor onszelf is een hele goede keuze geweest. Niet wij als team tegen de rest van de wereld. Nee, wij als team als de wereld. Dat is een heel ander uitgangspunt.
Ik stopte met mijn baan in loondienst (had ik veel eerder moeten doen), begon mijn eigen marketingbureau en Wout nam een deel van de zaak van zijn vader over. En terwijl wij onszelf constant centraal bleven stellen, merkte ik dat de wereld meebewoog. Niet altijd van harte hoor, soms met horten en stoten. Maar we deden alles zoals wij het voor ons zagen, of waarbij wij ons goed voelden. En nog steeds! Voor de buitenwereld was dat niet altijd even makkelijk. Het feit dat wij onze grenzen aangaven en onze gedachten uitspraken, was voor sommigen wel even wennen. En ook nu nog merken we dat mensen het soms lastig vinden, maar hey, dat mag. Ze mogen het lastig vinden en dat ook zeggen, maar het is een tweede of wij er wat mee doen. Leven en laten leven, zeg ik altijd.
Kiezen voor jezelf, in elk opzicht, is heel moeilijk om te doen. En ook om het vol te houden, want ik merk nog elke dag dat ik daarin wordt uitgedaagd. Ik leef graag in mijn eigen bubbel (hallo, huismus), omdat ik snel overprikkeld ben. Sociale afspraken vind ik leuk, maar wat veel mensen niet beseffen is dat ik daar geen energie van krijg. Ik loop er juist op leeg en heb een dag nodig om ervan bij te komen. Tenzij het heel gedoseerd is. Ik ken mezelf en dus ook mijn sterke- en minder sterke punten. En ook dat snel overprikkeld zijn, en het veel me-time nodig hebben vond ik voor mezelf zwaar wegen in de kinderwens. Kan ik het überhaupt wel aan? Schiet ik niet te kort? De gesprekken met Wout hierover veranderden van fantaseren naar ‘hoe zouden we het nou echt voor ons zien?’. Hoe zou dit in de praktijk gaan?
Dit was voor mij nog een enorme horde om te nemen, omdat ik wist dat het zwaartepunt van de opvoeding en verzorging bij mij kwam te liggen. Daarbij stond ik dan ook bijna altijd in tweestrijd. Aan de ene kant vond ik het een luxe dat ik überhaupt de mogelijkheid heb om er voor onze dochter of zoon te zijn, aan de andere kant voelde ik me ook in een soort hokje geduwd door de maatschappij. Het hokje van ‘de vrouw blijft thuis en zorgt voor de kinderen, terwijl de man werkt’. En dat terwijl ikzelf ook een goed lopende business run. Dat botste in mijn hoofd. Ik wilde niet die vrouw zijn die thuisblijft, haar business opgeeft, vanwege de kinderen.
En oh, wat heb ik veel met mezelf in discussie gezeten over dit onderwerp. Ik als ondernemende boss lady en huismus in één laat zich nou eenmaal niet graag in een hokje stoppen. Tot het moment dat onder andere Wout me een reality check gaf. Wout gaf aan dat ik mezelf vooral in een hokje aan het stoppen was. En hij had gelijk, al gaf ik dat toen niet graag toe. Ik beperkte mezelf op voorhand al en stond daardoor ook niet open voor de mogelijkheden. Mijn visie was daarin heel eenzijdig en het koste me veel moeite om daarin een nieuwe weg te vinden.
Ik durf daarbij wel toe te geven dat Wout daarin een hele belangrijke rol heeft gespeeld, en nog steeds speelt. Onbewust had ik het zwaartepunt bij mezelf neergelegd, maar hij is natuurlijk net zo goed in the picture als ouder. Misschien dat de verdeling niet volledig in evenwicht is, maar het is ook niet zo dat alles op mijn schouders hoeft te rusten. Ik mag nog steeds voor mezelf kiezen, ik hoef mezelf niet weg te cijferen, want hij is er ook nog. En hij weet als geen ander hoe zeer ik tijd voor mezelf nodig heb en hoeveel energie ik daarvan krijg. Het is aan ons samen om daarin een goede balans te vinden. En uiteindelijk heeft dat er wel voor gezorgd dat ik de deur naar kinderen heb opengezet. Het is ook een groot deel vertrouwen hebben in jezelf en in elkaar, zoals we dat eigenlijk al die jaren al hebben.
Eind 2020 gaf ik bij Wout aan dat ik ervoor wilde gaan. De start van een nieuw, onbekend avontuur. Het begin van een nieuw hoofdstuk in ons leven.
En toen was ik zwanger!
Op het moment dat ik dit schrijf, ben ik 26 weken zwanger van onze kleine meid. Het beeld dat ik rond zou lopen met een bolle buik had ik nooit voor me gezien, maar toch is het nu de realiteit. En ja, dat is soms nog best een beetje onwennig voor iemand die nooit kinderen wilde. Onwennig, bijzonder en prachtig tegelijk eigenlijk. Ik ben nu maar wat trots op en dankbaar voor die groeiende buik en het meisje dat ik mag dragen. Een jaar terug had ik nooit geloofd dat ik nu zwanger zou zijn, de babykamer aan het inrichten ben en soms weerstand moet bieden aan mijn craving naar zoetigheid.
Misschien dat je je nu afvraagt of ik geen spijt heb van mijn keuze en het antwoord is volmondig nee. Als persoon mag je altijd van gedachte veranderen. Je groeit en leert door ervaringen en hebt het recht om jouw keuzes op jouw moment te maken. Er is daarin geen goed of fout, zolang jij maar vanuit jezelf die keuze maakt. Van geen kinderwens naar wel een kinderwens gaan, mag ook. Al zal de omgeving toch wat verrast zijn. Maar hey, de keuze is niet aan jouw omgeving, maar die ligt bij jou. Als het voor jou goed voelt, volg dan je eigen weg. Dat heb ik ook gedaan.
Liefs,
Amanda
Foto’s door Daniëlle van DaKo Fotografie.
Jeetje, wat een prachtig, openhartig artikel! En wat een waardevolle les ook op het eind. Je mag altijd van gedachten veranderen en daarmee misschien anderen verbazen. Ik vind het juist mooi dat je enorm veel hebt nagedacht over wel/niet kinderen willen, waardoor je zeker weet dat jullie kindje straks enorm welkom is en in een gespreid bedje belandt en waardoor je ook zelf het vertrouwen hebt dat het goed komt en dat je het goed gaat doen.
Ik vind het mooi dat je je twijfels belicht. Het grappige is: ik riep vroeger altijd heel hard tegen iedereen dat ik vier kinderen wilde. Kinderen wil ik nog steeds heel graag, maar ik merk dat het nog steeds als een soort ver-van-mijn-bed-show voelt en dat ik nu ook soms de hobbels ervaar. Net wat jij zegt: heb je dan nog wel tijd voor jezelf? Hoe zit dat dan met mijn bedrijf? En hoe mooi of niet is de wereld waarin ik ze achterlaat?
Ik weet nog steeds diep in mijn hart dat ik dolgraag moeder zou worden, maar wanneer – geen idee. En die vier kinderen? Daar ben ik wel een beetje van teruggekomen 😉 Laat ik ooit maar, als het me gegund is, met één kind beginnen.
Dankjewel Romy, voor je mooie en lieve reactie. Ik hoop oprecht dat mensen iets aan mijn verhaal zullen hebben. Misschien een stukje herkenbaarheid, misschien bevestiging of misschien wel gewoon een andere visie. We zijn immers allemaal mensen en van gedachten veranderen of twijfels hebben hoort daar ook bij.
Wel heel leuk om te lezen dat jij vroeger riep dat je maar liefst vier kinderen wilde, haha! Wie weet worden het het vier, wie weet vind je 1 meer dan genoeg. Als je maar doet wat voor jou goed voelt, dát is wat telt.
Treffend! Ik herken mezelf bijna één-op-één in jouw verhaal.
Momenteel wegen bij mij de ene dag de twijfels nog meer door naar de nee-kant, en de andere dag zeg ik bijna volmondig ‘ja’ op kinderen. Erg verwarrend allemaal wel.
Ervoer jij ook nog twijfels of angsten tijdens jouw zwangerschap, of nadat jouw dochtertje geboren was?
Hoe gaat het intussen eigenlijk? 🙂
Dat is voor mij bijzonder om te horen, Femke! Dankjewel voor je reactie en je vragen. Tijdens mijn zwangerschap en nu inmiddels ook daarna had/heb ik geen twijfels of angsten. Haar geboorte bevestigde ontzettend sterk mijn keuze om moeder te worden. Er kwam een instinct of beter gezegd een oergevoel naar boven wat ik tot op de dag van vandaag als heel fijn, prettig en onwijs bijzonder ervaar. Ik kan het niet eens in woorden beschrijven. Het lijkt misschien nu alsof ik het romantiseer, maar heb mogen grootbrengen van je kindje is ook heel hard werken. En als je eenmaal zwanger bent of je kindje is er, dan krijg je er zorgen bij. Van of ze voldoende eet en drinkt tot slapen met een oor en oog open als ze ziek zijn. Inmiddels kan ik wel zeggen dat mijn draai heb gevonden en dat we ook als gezin een fijne balans hebben. En nee, dat ging echt niet vanzelf. Communicatie blijft key. Zowel goed naar jezelf luisteren (hoe voel je je, wat heb je nodig, waar heb je behoefte aan, etc.) als naar je kindje en je partner.
Ik hoop oprecht dat er een moment komt dat je overtuigd bent van jouw keuze om wel of niet te gaan voor het moederschap, los van wat anderen denken/vinden/verwachten. Uiteindelijk is het jouw leven en jij draagt ook de verantwoordelijkheid voor een nieuw leven. Dat is niet niets, dus het is eigenlijk heel mooi dat je er zo bewust over nadenkt.
Hi Femke,
Ik was benieuwd hoe het nu bij jou gaat of hoe het ervoor staat.
Ik herken mezelf in Amanda’s verhaal en heb jarenlang geroepen dat ik geen kinderwens heb. Vanaf het begin af aan heb ik dit mijn vriend verteld (die heeft altijd al een kinderwens gehad) maar hij had voor mij ‘gekozen’ in plaats van te kiezen voor zijn wens. Net als in het verhaal hebben wij het er openlijk over en ik merk dat mijn lichaam daarin veranderd en op reageert.
Ik zit nu in dezelfde situatie als wat jij hier schrijft. De gedachte van ‘het lijkt me leuk’ komen steeds vaker voorbij. Maar in mijn hoofd klopt dat niet helemaal met wat ik altijd in mijn hoofd had zitten. Ik was benieuwd hoe jij/jullie hiermee om gaan? Soms is het echt heel verwarrend… hoe weet je of je er echt klaar voor bent of dat je het echt wilt?
Veel liefs,
Kim